maandag 28 april 2008

Overlevingskit


Het is vandaag een nationale feestdag en morgen heb ik een toets Japans. Daarom een gelegenheid om iets te vertellen over de Japanse taal. Naar mijn mening sluiten de introductieboekjes niet steeds aan bij de behoeften van de Vlaamse toerist in Japan. Hierbij dan mijn overlevingskit met 10 tips in dalende orde van belangrijkheid. Wie me komt bezoeken leert dit maar best van buiten!

1) dank u wel
De beleefdste vorm is domo argigato gozaimasu. (Een u op het einde van een woord wordt niet uitgesproken). Iets minder beleefd is domo argigato en informeel kan je domo gebruiken. Let op, beleefdheid is belangrijk in Japan!

2) alsjeblieft
Er bestaan veel woorden om je beleefdheid uit te drukken als je iets ontvangt, wil geven, vragen of iemand stoort. Als je iets geeft, bijvoorbeeld je laat iemand voorgaan, dan zeg je doozo. Als je iets vraagt gebruik je onegaishimasu. Als je iemand stoort of in verlegenheid brengt, bijvoorbeeld iemand raapt iets op dat je liet vallen, dan zeg sumimasen.

3) basisgramatica
In het Japans gebruik je partikels om een zin te vormen. Het belangrijkst is wa. Je kan jezelf voorstellen met de zin: watashi wa Albrecht desu (letterlijk: [wat] mij betreft Albrecht is). Een vraag stellen kan je door achter een zin ka te zetten, bijvoorbeeld: nan sai desu ka wat betekent ‘hoe oud ben je’ (letterlijk: wat jaar is?). Of zeer handig: kore wa nan desu ka (letterlijk: ‘dit betreft wat is’, dus: wat is dit?). Voor de verleden tijd gebruik je shita achteraan. Bijvoorbeeld berugi kara kimashita wil zeggen ‘ik ben van België’ maar letterlijk ‘ik ben van België gekomen’. Voor de negatie van een zin plaats je sen achteraan. Een belangrijke zin is dus wakarimasen, ‘ik begrijp het niet’. Maar Japans is een taal met veel dubbele betekenissen en ambiguïteiten. Wakarimasen wordt ook gebruikt voor ‘ik weet het niet’. Verleden tijd samen met negatie is sen deshita, bijvoorbeeld tabemasen deshita. ‘Ik heb nog niet gegeten’. Eigenlijk moet je zeggen watashi wa tabemasen deshita, maar vermits je zoiets over jezelf zegt kan je watashi wa weglaten.

4) eten en een pint bestellen
Een pint bestel je met biru o kudasai. Het partikel 'o' drukt een aktie uit, in dit geval iets verkrijgen. De meeste restaurants hebben menu’s met prentjes. Dus om iets te bestellen wijs je gewoon naar een prentje en zeg je kore o kudasai (‘graag dit aub’). De rekening vraag je met o kanjo o shite kudasai.

5) waar is?
Het woord voor waar? is doko. Dus hiermee kan je de nuttige zinnen vormen toire wa doko desu ka (waar is het toilet?). Je kan toilet vervangen door de volgende nuttige termen: takushii (taxi), tetsudoo no eki (treinstation), chikatetsu no eki (metrostation), ginko (bank), basutei (busstop), ..

6) tellen
Behoorlijk handig als je kan tellen en het is best makkelijk: ichii, nii, san, yon, go, rokku, nanna, hachi, kyu, jyu (1 – 10), verder jyu ichii, jyu nii, .., nii jyu (20), nii jyu hachi (28), .. hyaku (100), sen (1000).

7) hoeveel?
Nu dat je kan tellen kan je vragen kore wa ikura desu ka (hoeveel kost dit?), of kono kaban ikura desu ka (deze tas hoeveel kost die?).

8) van
Het partikel 'no' drukt afhankelijkheid uit. Bijvoorbeeld een prof van de universiteit van Kobe is kobe daigako no sensee (je begint dus omgekeerd). Ik ben een onderzoeker van de universiteit van Gent, dus gento daigaku no kenkyusha desu. Je kan dat ook gebruiken voor watashi no (letterlijk: ‘mij van’, of dus ‘mijn’). ‘Mijn naam is Albrecht’ wordt dus: watashi no namea wa albrecht desu. Je kan 'no' zelf samen gebruiken met 'nan', het wordt dan 'over wat' of 'waarover'. Dit heb ik experimenteel ondervonden. Je krijgt dan zo een Aha-erlebnis, "wow dit werkt". Bijvoorbeeld: kono hon wa nan no hon desu ka (wat dit boek betreft, waarover gaat dat?).

8) aangename kennismaking
We hebben, eten en drinken, we kunnen de weg vragen, kennen de prijs. en kunnen onszelf voorstellen. Wissel kaartjes uit (biedt ze aan en neem ze aan met beide handen) en zeg doozo joroshiku onegaishimasu, aangename kennismaking, maar letterlijk betekent dit ‘behandel me goed aub’.

9) katakana vocabularium
Je kent meer Japanse woorden dan je zou denken want vele moderne woorden zijn ontleend aan het Engels. Ze worden geschreven in katakana, een fonetisch schrift voor vreemde woorden. Met wat goeie wil kan je dat leren op twee dagen. Ze worden wel wat anders uitgesproken en dat kan behoorlijk grappig zijn. Hier zijn er enkele: biru (bier), apaato (appartement), supiichi (speech), chokoreeto (chocolade), kooto (coat), shatsu (shirt), rashu (rush hour), kuruyeto kaado (credit card), eakon (airco), softo (software), pasokon (personal computer), dooa (deur), naifu (knife), miruke (melk), djazu (jazz), terebi (TV), saizu (size), kurisumasu (kerstmis). Mijn naam in het katakana wordt arubereheto (zie foto), Lilian wordt ririyan. Maar weet je wat het meest grappige is? Yumoa is het Japans woord voor humor, ontleend van het Engels. Dat betekent dus dat er geen ‘humor’ was voor de opening van Japan eind 19de eeuw!

10) uuh
Tenslotte, als je niet weet wat zeggen, dan zeg je gewoon ano… Het betekent niets.

Geen opmerkingen: