zaterdag 29 maart 2008

Jazz


Ik wist het niet voor ik hier toekwam maar Kobe is een jazzstad bij uitstek. Ik merkte de eerste dagen dat er verschillende jazz bars zijn in het centrum, maar pas toen ik een brochure te pakken kreeg besefte is de draagwijdte. In de buurt tussen de twee stations Motomachi en Sannomiya, ongeveer 2 km van elkaar en neem 2 km naar de berg toe, dus een oppervlakte van 4 km2 zijn er 25 jazz kroegen. Dat is een densiteit van 6 jazzbars per vierkante km! Dit zijn allemaal bars waar ofwel jazzoptredens gegeven worden ofwel waar jazzplaten gespeeld worden. Verschillende van die bars zoals Sone, Basin Street en Green Dolphin en hebben dagelijks optredens. Dan rekenen nog niet mee de vele restaurants, hotel bars, etc. waar ook altijd jazz wordt gespeeld. Je kan dus dagelijks kiezen uit een vijftal optredens, in de weekends zelfs meer. Tot hiertoe heb ik nog maar één live optreden meegemaakt van Philippe Strange (zie foto) in Goodman. De Goodman is een piepkleine bar op het vijfde verdiep die ondertussen mijn favoriet geworden is. De ganse bar is kleiner dan onze living thuis. De toog in gebouwd rond een kwartvleugelpiano. Dus ofwel zit je aan de toog/piano ofwel in de sofa. In totaal kunnen er maar 20 mensen binnen. Philippe was een zeer aardige man zonder kapsones die al 12 jaar in Japan woont. Hij kwam tussen de sets telkens een praatje slaan met mij. Ik heb één van zijn CD’s gekocht.

Een nadeel van die jazz bars is wel de prijs. Bijna overal betaal je voor je voor jouw stoel, van 500 tot 1200 ¥. Bij optredens betaal je tussen de 1.500 en 5.000 ¥, afhankelijk van de groep die speelt. En de drank is ook niet goedkoop. Meestal meer dan 1.000 ¥ (6 EUR) voor een pint. De goedkoopste jazz bar is Jam Jam in een kelder van Motomachi waar je geen cover charge betaalt en een pint kost er 600 ¥. Deze man heeft ook de meest indrukwekkende collectie jazzplaten die ik al gezien heb. Zoals meestal hebben ze een topklasse installatie en klinken platen er fantastisch. Laatst speelde men A Love Supreme van Coltrane in de Jam Jam, en het stond keihard. Maar dat klonk goed! Voor de kenners: de Goodman heeft een McIntosh buizenversterker en enorme luidsprekers. Het probleem is echter dat je de laagste frequenties niet hoort omdat de golflengte ervan groter is dan lengte van de bar.
Zelf ben ik ook weer naar muziek beginnen luisteren. Mijn beste jazzplaten staan op mijn laptop en ik heb twee goedkope luidsprekertjes gekocht. Ik kon kiezen tussen 40 modellen die je afzonderlijk kon beluisteren. Het beste van al was een Logitech set met een basswoofer maar te zwaar om mee naar huis te nemen en te duur om weg te gooien. Ik heb iets gekocht van 2.000 ¥ (12 EUR) dat verbazend goed klinkt op mijn kamertje. Het is er plots veel gezelliger!

donderdag 27 maart 2008

Kip


Ik ben voor de derde maal in mijn leven bedrogen uitgekomen door kip te bestellen. De eerste keer was in Taiwan waar ik chicken legs bestelde. Ik dacht, ja dat zullen wel kippeboutjes zijn. Maar neen, ik kreeg wat ik beloofd was: de poten van kip. Blijkbaar een lekkernij voor de Chinezen. De tweede maal was vorig jaar in Beijing tijdens de HPS2007 conferentie. In de beer garden kon je daar hapjes bestellen waaronder "BBQ chicken bones". Opnieuw dacht ik dat zullen vleugeltjes zijn, maar neen, het waren de zachte beentjes van een kip! En deze week wou ik eens Yakitori gaan eten, maar je moet opletten wat je van die mooie foto's bestelt want ze steken ook darmen en magen ook op stokjes, dus vraag ik nog eens "kore wa chikin desu ka?" (is dit kip) en hij antwoordt "chikin skin desu". Ik denk, hij bedoelt chicken stick en opnieuw was ik verkeerd. Ik kreeg letterlijk kippevel!

woensdag 26 maart 2008

Bib


Ik heb maandag van mijn gastprof een rondleiding gekregen aan de diverse bibliotheken hier op de campus. Zoals meestal staan de beste boeken op zijn bureau, maar hij heeft me de sleutel gegeven van een zaaltje ergens op het zesde verdiep van een gebouw dat ze aan het ontruimen zijn (er zijn hier grote verbouwingen bezig). Vandaag heb ik de tijd gehad om er eens rond te neuzen. Echt de moeite waard! Blijkbaar is er kort na de oorlog iemand begonnen met de geschiedenis van de wetenschappen want de meeste boeken en tijdschriften zijn vanaf de jaren vijftig. Hier daar vond ik al een parel, waaronder de drie volumes van de Opuscula Mathematica van Newton die achteloos onderaan in een stoffige kast zaten. Deze drie volumes kosten zo een 5.000 EUR, maar ik vermoed dat weinigen hier er het bestaan van kennen. Verder veel tijdschriften die we in Gent niet hebben zoals Physis, Nuncius, Archives Internationales d'Histoire des Sciences, Revue d'histoire des sciences, Viator, enz. Ook waardevol zijn een reeks proceedings van conferenties tussen 1955 en 1975 waar ik nog eens in detail moet doorgaan. Ik zag alvast een vroege conferentiebijdrage van Thomas Kuhn over Carnot. Verder nogal wat verzamelde werken die wij niet hebben zoals o.a. Cardano en Kepler. Zeer veel over Copernicus, Galileo en Newton. En een uitgebreide verzameling bronteksten over de middeleeuwen met vooral Grosseteste en tientallen volumes van Hendrik van Gent, begot. Je weet waar ik zit de volgende dagen.

dinsdag 25 maart 2008

Weer


Ik hoor en lees dat het in België zo een slecht weer is. Koud, nat en sneeuw, de natste Maart ooit. Hoe spijtig! Hier is het een lekker weertje. De lente komt er nu echt door. Meerdere bomen staan al in bloei. De temperatuur stijgt tot zo een 16 graden in de namiddag. Drie, vier dagen van zon worden telkens afgewisseld met een regenachtige dag. Nog een fotootje van de vroege lente in Osaka.

zondag 23 maart 2008

Test (1)








Hierbij een eerste test van Fuji (links) tegen Panasonic Lumix (rechts). De bedoeling is om de algemene kwaliteit te vergelijken in praktische situaties. Twee foto’s van Osaka castle ingezoomd tot eenzelfde kadrering en dan met Photoshop onbewerkt tot eenzelfde grootte herleid. Dit is wat je normaal doet voor internetgebruik. Is er een zichtbaar verschil in kwaliteit? Ik vind de kleuren en het contrast van de Lumix versie wat beter. Dit is de wijten aan de verschillende filterinstellingen van de interne processors in de camera’s. De Fuji heet typisch iets overbelichts op standaard foto’s. Je kan dat echter makkelijk normaliseren in Photoshop en dus is het verschil zeer relatief.







Brengt het pixelverschil wat op? Daarvoor halen we een detail uit vorige foto’s en croppen we een stuk op 100% van de pixels. Vermits de Lumix een beeld produceert van 4000x3000 en de Fuji een beeld van 3488x2616 moet eenzelfde crop van het beeld een verschil opleveren in pixelgrootte van in de lengte van 14%, juist? Wat blijkt nu? Ik zie geen verschil in resolutie, m.a.w. beide crops geven ongeveer hetzelfde beeld op 100% (klik om de beelden te zien op ware grootte). Help, wat heb ik verkeerd gedaan? Het lijkt alsof er geen verschil in resolutie is. Kan iemand dit verklaren?

Mannen


Japanse mannen hebben een niet al te beste reputatie wat betreft hun houding tegenover vrouwen en dan vooral wat betreft seksuele intimidatie. Een gekend fenomeen zijn de chikan, mannen die vrouwen betasten op overvolle treinen en bussen. Ik heb het zelf nog zien gebeuren maar ik merk de gereserveerdheid bij vrouwen en de soms dreigende sfeer op de bus. Een vrouw zal zelden op een vrije plaats gaan zitten naast een man. Ook wordt er angstvallig afstand gehouden van zatte mannen die met hoge frequentie te vinden zijn tijdens elke weekdag op de avondbus. Sommigen hebben moeite om zich recht te houden en stoten tegen alles en iedereen. Blijkbaar is het probleem ernstig want er zijn speciale opstapplaatsen voorzien voor vrouwen op de trein. De foto toont zo een plaats. Hier stoppen treinen met wagons enkel bestemd voor vrouwen tijdens de ochtendpiek. Vreemd land toch.

zaterdag 22 maart 2008

Sakura


Het is zo ver! Ik heb de eerste Sakura gezien in Osaka. Dit mooi Japans woord staat voor kersenbloesem. Het gaan bekijken van de kersenbloesems, ‘o hanami’, is voor de Japanners van groot belang. Het gaat gepaard met feest en rituelen zoals de yozakura, het bij maanlicht bewonderen van de bloesems. We hebben het twee jaar geleden meegemaakt in Kyoto. Het is nu nog wat te vroeg voor het volle seizoen maar aan Osaka castle was er een tuin die reeds in volle bloei stond. Het zat reeds vol amateurfotografen en verliefde paren die elkaar vastleggen onder de kersbloesem op hun mobiele telefoon. Deze oude man zat er wat onwennig bij. Is het daarvoor vraagt hij zich af.

Camera


Ik heb een nieuwe digitale camera gekocht in wat de grootse computer- en camerawinkel in de wereld moet zijn: Yodobashi Camera in Osaka. Niet dat ik echt een nieuwe camera nodig had maar het aanbod was te mooi om te laten liggen: op de vrijdag dat ik toekwam was werden verschillende modellen sterk afgeprijsd en als lid (zoals bij de Fnac) krijg je nog 13% korting + een aanvullende korting van 5%. Ik heb me dus lid gemaakt en gekozen voor een Panasonic Lumix FX100 met een Leica lens. Dat model had ik eerder zien staan voor 34.800 ¥, een prijs die een stuk beneden die van Europa ligt. De Lumix FX100 stond daar voor 28.300 ¥, min de korting dus gekocht voor 23.000 ¥ of 148 EUR! De goedkoopste aanbieding van hetzelfde model in België is bij Pixmania.be voor 289 EUR. In de Fnac zal hij dus wel boven de 300 EUR staan. Een korting van 50% voor een nieuw model is dus niet mis.
Ik had reeds bijna een jaar een Fuji E900 waar ik zeer tevreden over ben. De teller wijst 5.100 foto’s aan, dus ik heb er ondertussen wat ervaring mee. Wat heeft die nieuwe nu te bieden? Ten eerste is het een zeer compact model, een stuk kleiner dan de Fuji, iets dat je altijd en overal op zak kunt hebben. In Japan draag ik steeds mijn camera aan de broeksriem. Binnen de drie seconden kan ik de camera er uit halen en een foto nemen, echt wat men ‘point-and-shoot’ noemt. De nieuwe maakt dit nog makkelijker. Ten tweede heeft de Lumix een 28 mm lens (equiv.) terwijl de Fuji start vanaf 35 mm. Zo een breedhoek ligt me iets beter. De Lumix heeft 12 Mpix tegenover 9M bij de Fuji maar de vraag is of dat nog iets uithaalt. Ik zal later wat testen doen om dat te verifiëren. De Lumix heeft een scherm van 2,5 inch, iets wat hem onmiddellijk zeer aantrekkelijk maakt tegenover de Fuji. En dan is er natuurlijk de Leica lens. Hoe hoger de resolutie hoe sterker de kwaliteit van de lens gaat meespelen. Of het nu ook een betere camera is zullen we binnenkort weten.

donderdag 20 maart 2008

Slurp


Dit is één van mijn favoriete gerechten voor een lunch. Een volledige maaltijd in één pot. Bestelt makkelijk “udon o kudasai”, is snel klaar, speelt zich snel naar binnen en vult voor de ganse namiddag. Udon zijn dikke witte tarwenoedels. Ze worden even gedompeld in warm water en dan geserveerd met een bouillon die al uren staat te sudderen met naar keuze een ei, een tempura, nori (gedroogd zeewier) of een stuk vlees. Je vindt udon schotels in kleine eethuisjes waar mensen op weg naar hun werk even binnenspringen. De goedkoopste die ik gezien heb is 320 ¥ (2 EUR) maar mijn favoriet kost 860 ¥ (5,50 EUR). Die schotel heet “katsu keri udon”. Keri staat natuurlijk voor curry en katsu voor de stukken schnitzel er bovenop. I.p.v. een bouillon is dit een dikke, kruidige saus met stukken rundvlees, bijna stoverijsaus.

Eten in een udon tent kan een cultuurshock zijn. Japanners eten noedels door ze te slurpen. En ik spreek niet van een beetje slurpen. Als je daar aan de toog zit met een tiental Japanners dan is wordt er geslurpt als een overjaarse stofzuiger. Ik kan er nog steeds niet aan wennen. De talloze keren waarbij we als kind terecht gewezen werden bij het slurpen heeft ons zo geconditioneerd dat we het geluid onaangenaam vinden. Het ergste was een keer in een ‘Italiaans’ restaurant waar ik pizza at maar mijn buur zijn spaghetti naar binnen slurpte als een noedelsoep. Ik heb even moeten wachten tot hij klaar was om verder te kunnen eten.

maandag 17 maart 2008

Toilet


Vooraf mijn excuses maar ik moet iets kwijt over mijn toilet. Het moet er eens uit. Ziehier mijn toilet. Valt er jullie niets op? Ja, hij staat wat scheef maar dat is om 2 cm uit te sparen in de diepte. De meeste badkamers in Japan zijn cabines in plastiek die in één stuk gegoten zijn. De oppervlakte van mijn bad/douche, wastafel en toilet is 120 cm x 100 cm. Het spreekt vanzelf dat ik niet in het bad pas, maar douchen lukt wel. Neen, het gaat over de spoelbak. Is die niet absurd groot? Ik denk dat er telkens zo een 15 liter doorgaat. Er is geen enkele mogelijkheid om dat te regelen. Bij ons heb je twee knoppen, één voor een grote en één voor een kleine boodschap, of kan je de doorspoelknop stoppen, maar dat hebben ze hier nog niet uitgevonden.

Anderzijds, dit is mijn toilet op de universiteit. Een elektronisch toilet! Japanners zijn er dol op. Je vindt ze in alle hotels en zelfs op luchthavens. Het bedieningspaneel is enkel in het Japans en de gebruiksaanwijziging op het deksel heeft niet veel zin als je op het toilet zit, maar experimenteel heb ik het volgende kunnen afleiden. 1) de bril is verwarmd, die staat dag en nacht op te warmen, ook in de weekends, wat een verspilling! 2) één van de drie knoppen kan ter tevredenheid van dames gebruikt worden, een tweede knop voor het algemeen nut van mannen en vrouwen. Het is wel even schrikken als de sproeier zijn werk doet. 3) ten slotte de laatste knop: moet iets te maken hebben met de voorverwarming van de sproeier. Ik heb eerder in een hotel in Japan een model gezien met afstandsbediening! Een beetje vreemd want zo een afstandsbediening verliest zijn nut naarmate je verwijderd bent van het toilet.

Reclame


In japanse steden moet je al eens moeite doen om mensen hun aandacht te trekken met reclame. Als je in Japan in drukke buurten rondloopt om bvb. iets te zoeken om te eten dan moet je alle kanten uitkijken. In Europese steden loop je door de straten en kijk je in de vitrines en bekijk je de menus van restaurants. Maar in Japan is alles op elkaar gestapeld. Als je in de drukke buurt van Sannomya van Kobe over straat loopt dan is de kans groot dan onder jou en boven jou meerdere restaurants en bars zijn. Eén adres kan dus tientallen restaurants bevatten. Vorige week ben ik nog op het 12de verdiep een pint gaan drinken in een Ierse pub! Om de aandacht van potentiële klanten te trekken staan er op straat dus jongens en meisjes folders uit te delen. Maar omdat nauwelijks iemand die folder aanneemt hebben ze er iets beter op bedacht: zakdoekjes. Ze delen kleine pakjes zakdoekjes uit waarop reclame staat. Zoiets neem je gemakkelijke aan. Ik moet geen zakdoekjes meer kopen!

donderdag 13 maart 2008

Shogi


Zoals jullie misschien al weten speel ik al ruim tien jaar shogi. Dit is een Japanse variant van het schaakspel met de belangrijkste verschillen dat het gespeeld wordt op een bord van 9 x 9 ipv 64 velden. Als je een stuk slaat van de tegenstander dan kan je dat zelf opnieuw inzetten als een zet. Dit maakt het spel veel dynamischer dan Westers schaak maar ook veel complexer. Elk heeft één loper en één toren die hetzelfde doen als in schaken maar kunnen promoveren waarbij ze de zetten van de koning er bij krijgen. Paarden springen iets anders en de andere stukken, generaals genoemd, bestaan niet in Westers schaak. De sterkte van een speler wordt bepaald door graden zoals in Go, of Judo. Je begint aan 15 kyu en kan zo opklimmen tot 1 kyu. Daarna kan je dan-speler worden, waarbij de graden beginnen aan 1 dan. De beste Europese shogi spelers zijn 4 dan. De beste westerse speler, tevens schaakmeester, is de Amerikaan Larry Kaufman, met 5 dan. De graad van 5 dan kan je alleen behalen in Japan. Ik ben vrij snel opgeklommen tot 2 dan maar daar is het de laatste jaren niets meer aan veranderd. Het probleem is dat de Europese bond, de FESA, zijn promotieregels gewijzigd heeft waardoor het nu nog erg moeilijk wordt om derde of vierde dan te worden. Japan is dus mijn kans om voor mezelf een hogere graad te halen!
Ik had het adres van een shogi club na veel moeite gevonden op het internet. Het stond in een Engelse versie van de gele pagina’s op een web site. Maar een adres vinden in Japan is verdomd moeilijk en dat geldt niet alleen voor Westerlingen. Een stad wordt opgedeeld in wards, administratieve delen, die het achterzetsel ku krijgen. Ik leef in Nada-ku, Kobe. Die wards worden dan opgedeeld in buurten, chu’s of machi’s, met elke een eigen naam. Zo zit ik in Gomo-chu. De Kobe shogi club zit in Motomachi. Deze buurten worden op hun beurt nogmaals opgedeeld in chomes via een nummeringsysteem. Zo bestaan er meerdere Motomachi’s. De club zit in Motomachi 2. Eens je zo ver geraakt ben is het nu nog een kwestie van het blok te vinden. Een chome is gewoonlijk een verzameling van blokken gescheiden door steegjes. Deze blokken kunnen opeenvolgend genummerd zijn maar ook in bouwvolgorde. Het is dus wat zoeken naar de juiste blok. Eens je de bloknummer hebt dan zijn de huizen of gebouwen daarbinnen genummerd. Dus het adres van de shogi club is Motomachi 2, blok 7, gebouw 1. Dat heeft me 40 min zoeken gekost!
Ik kwam er toe zondagavond rond acht uur. Er zaten een 15-tal oudere mannen in een kamertje met een gasketel achter shogiblokken. Niemand sprak er Engels. Na hen overtuigd te hebben dat ik ooit al gehoord had van shogi en graag een partijtje wou spelen vroegen ze me mijn graad. Nu hebben Japanners zelf de gewoonte een misplaatste bescheidenheid ten toon te spreiden. Niet zelden zullen ze hun graad verzwijgen of lager opgeven. Ik wou dat spel nu ook eens spelen en haalde de schouders op. Eén van die mannen bracht me achter een blok en we begonnen te spelen. Hij speelde zeer snel en agressief. Ik kwam in mijn vertrouwde Nakabisha opening terecht en wist hoe ik me moest verdedigen. Na een drietal roekeloze maar gevaarlijke aanvallen die ik correct wist te pareren, begon hij te kreunen en te zuchten. Plots bleek hij toch een woordje Engels te praten: “Strong, very very strong”. Op een bepaald ogenblik kon ik zijn gepromoveerde toren afsluiten door een paard op de onderste lijn onder mijn gouden generaal te droppen waardoor ik de twee speerpunten voor de gouden dekte. Als hij daar toch offerde om de lijn open te krijgen dan dreigde ik meteen met het paard door te slaan op een generaal. Hij was zo onder de indruk van die zet en zo veel materiaal achter dat hij maar opgaf. Hij schatte me 3-dan. Logisch want hij was zelf 3-dan en hij kan niet verliezen van een zwakkere speler.
Gisteren ben ik terug gegaan naar de club. Ik ben vanaf 13 maart nu officieel lid van het Kobe Shogi Center en heb de graad van 2-dan, als ik mijn boekje correct ontcijferd heb (zie foto). Mijn eerste officiële partij was tegen een jongere kerel, 1-dan, die zich ook net lid had gemaakt. Het was een zeer lastige partij die bijna drie duurde maar ik heb ze gewonnen. Daarna vlug naar huis zonder te eten of ik miste mijn laatste bus. Op mijn lidkaart staan nog 39 vrije plaatsen voor partijresultaten. Misschien haal ik wel 3-dan als mijn boekje vol is.

maandag 10 maart 2008

Kasteel


Zondag mijn eerste uitstap gedaan in de buurt. Het was een heerlijke lentedag. Te warm om een trui aan te doen maar net te koud zonder. Himeji is een vrij inspiratieloos stadje een uurtje treinen van Kobe in zuidelijke richting. Als je uit het station komt dan loop je een brede laan op en na een kwartier kijk je op een enorm versterkt kasteel. Het is een enorm groot en imposant houten gebouw maar ondanks de grootte toch elegant gebouwd. Het kasteel is van de zestiende eeuw maar de centrale toren is na een brand herbouwd in de 20ste eeuw. Je kan een hele toer doen van de domeinen , de zalen en de torens. Je mag overal binnen en ze hebben er tegelijk een soort tentoonstelling van gemaakt. Echt de moeite voor een dagtrip.

vrijdag 7 maart 2008

Vlees



Kobe is gekend voor zijn vlees, Kobe beef. In Europa en de Verenigde Staten heeft Kobe beef een wat magische status gekregen. Wat daar zonder twijfel aan bijdraagt is de speciale wijze waarop de koeien worden vet gemest. Ze krijgen als aanvulling van hun dieet Sake en bier. Om het vlees optimaal mals te krijgen worden ze ook dagelijks gemasseerd! Het vlees heeft een bijzondere textuur zoals je kan zien in de vitrine van één van de meest gekende beenhouwers in Kobe. Het vet zit vertakt door het spierweefsel waardoor het de struktuur van marmer krijgt. In plaats van een rode kleur ziet een Kobe biefstuk er rose uit. Je kan de prijzen aflezen van de foto. Afhankelijk van de kwaliteit kost dit vlees 10.000 tot 15.000 Yen per kilo. Dat is omgerekend 60 tot 100 EUR. Tegenwoordig kan je Kobe beef in delicatessezaken kopen in Europa. Ik heb zelfs gehoord dat het te koop was in de Delhaize rond de kerstperiode. Als dit met het vliegtuig naar België moet zal het nog wel wat meer kosten.

Dit moest ik eens uitproberen en daarom ben ik voor het eerst eens chique gaan dineren in een klassieke teppanyaki restaurant. Daar wordt het vlees gebakken voor jouw neus op een plaat. Mijn oordeel: ik vind er maar niets aan. Wel mals maar veel te vet. Neen, de beste steaks die i ooit gegeten heb was in de Verenigde Staten. Veel betere smaak, zeer mals en spotgoedkoop!

Rood


We kennen allemaal de uitdrukking “in het rood gaan” of zoals we nu bijna dagelijks horen in het nieuws “de Europese beurzen staan allemaal in het rood vandaag”. Zelfs in het Engels spreek men van “going into the red”. Wel kleuren zijn sterk cultureel gebonden. Azië heeft zo zijn eigen emotionele connotaties met kleuren. Wit is bijvoorbeeld geassocieerd met de dood waar het bij ons reinheid, puurheid of vreugde symboliseert. In traditionele Chinese en Japanse huwelijken zal men zeker geen witte bruidsjurk dragen maar een rode. Al neemt men onder invloed van de Amerikaanse cultuur nu meer en meer de Westerse gewoonte over. Toch blijft het een gevoelig punt. Als je iemand in Azië een geschenk geeft in een envelop dan mag die zeker niet wit zijn. Voor geschenken kan je speciale rode enveloppen kopen in de papierwinkel. Deze foto is een mooie illustratie van de culturele gebondenheid van kleuren. De meeste aandelen vandaag in Japan noteren met winst. Daar zijn we blij om dus zetten we ze in het rood!

woensdag 5 maart 2008

Bus


Japan heeft ongetwijfeld één van de beste publiek-transportsystemen in de wereld, zoniet het beste. Alle grote steden zijn met elkaar verbonden via de shinkansen (bullet train of TGV) en een uitgebreid netwerk van diverse regionale lijnen. In de twee grote metropolen Tokyo en de Osaka-Kobe-Kyoto regio (waar ik zit), met elk meer dan 30 miljoen inwoners is er geen onderscheid meer tussen stads- en interregio verkeer. Alles loopt er door elkaar. Veel verbindingen worden gedekt door treinen die al of niet stoppen in kleinere stations (zoals bij ons IC, IR,..). Het dus wel uitkijken als je in een kleiner station wil belanden.
Waar geen treinen komen zijn er bussen die het locale transport aannvullen. Kobe is eigenlijk een lange strook tussen het water en de bergen. Op het smalste punt, waar ik me bevind, is er slechts een 5 km tussen. Ik zit op het hoogste punt tegen de berg en kan van hieruit mooi de baai zien. Op die 5 km passeren drie treinlijnen, de shinkansen naar Tokyo, de JR lijn naar Osaka en de Hankyu, een lokale lijn. Het dichtste station op die lokale lijn is nog een 40 min wandelen dus bussen zijn mijn lot voor stadsverkeer.
Het busverkeer is hier duidelijk sociaal geïnspireerd en heeft tot doel iedereen binnen de actieve samenleving te betrekken. In de rustige residentiële wijk tegen de heuvel waar ik zit, valt het aandeel oudere mensen onmiddellijk op. Er is niet bepaald een Overpoort hier in de buurt. Ik zie veel oude vrouwtjes helemaal gebogen de hellingen opklimmen. Het bussysteem houdt rekening met mensen in dergelijke buurten. Ook zijn er opmerkelijk veel stops, om de 100 m soms, en is de frequentie van de bussen zeer hoog. Ik denk dat je op gewone uren nooit meer dan 5 min moet wachten.

Het bussysteem in Japan kan wel wat intimiderend werken (zie foto). Ik denk dat er in Kobe zo een 50 buslijnen zijn. Een eerste probleem is je te trachten te oriënteren op zo een kaart. Alle namen zijn in het Japans. Het is een noodzaak om de kanji van enkele referentiepunten van buiten te leren. In Sannomiya, zowat het commerciële centrum van Kobe, zag ik een bus 2 die ik ook in mijn buurt gezien had. Dus dat was mijn aanknopingspunt. Nu nog zien hoe ik aan een ticket geraak. Wel, eigenlijk zijn er geen bustickets zoals bij ons. Ofwel betaal je in de bus aan een automaat met gepaste geld, ofwel met een abonnement, ofwel een geldkaart. Een geldkaart leek me de beste oplossing maar het koste me een half uur om uit te zoeken waar je die kan kopen. Eens op de bus moet je de neiging onderdrukken om de kaart af te stempelen als in instapt. Je moet namelijk betalen als je uitstapt! Hoeveel je dan eigenlijk moet betalen dat heb ik nog niet gevonden, en gelukkig dat die kaart me die vraag bespaard. Op mijn eerste dag heb ik dus een eerste probleem opgelost wat ons allemaal zo vanzelfsprekend lijkt: even naar het centrum gaan. Door 15 min naar beneden te klimmen en 15 min op bus 2 zit ik nu toch al in de grootstad, oef!