donderdag 15 mei 2008

Natuur


We hebben het al eerder geschreven: de stad en de natuur in Japan liggen soms erg dicht tegen elkaar aan. Kobe is daar een uitstekend voorbeeld van. Als je uit het metro of treinstation van Shinkobe stapt dan kan je onmiddellijk een wandelpad nemen de bergen in. Na een kwartiertje kom je een prachtige waterval tegen. Maar zo ver moet ik het zelfs niet zoeken. Het Kobe Instituut ligt vlak tegen de berg aan en op enkele honderden meters ervan ligt een wandelpad dat helemaal tot de top van Rokko mountain loopt. Prachtige tuinen, een boeddistische tempel, een meertje liggen te wachten op de paar wandelaars, zoals wij. We hebben een van die paden naar beneden gelopen, (Albrecht vindt dat de meest aangename manier van wandelen), nadat we eerst met de kabelbaan naar boven zijn gegaan. Wat een natuur! Waar wij apentrots zijn op onze bloeiende Wisteria (blauwe regen), hier slingert hij zich meters hoog de bomen in, en legt een blauwe sluier over de bossen.


Overal water, het klatert naar beneden, zoekt zich een weg over bemoste rotsen, is de habitat van luid kwakende kikkers en padden (veel gehoord, nooit een gezien). En plots een dam op het riviertje, en dan nog een, en dan nog een, en nog een,… In het regenseizoen houden ze het bergwater tegen om Kobe te behoeden van overstromingen, veronderstellen we. Tussen al dat groen dan een onverwacht doorkijkje naar de stad en de haven, eerst van heel hoog, een wazig beeld, naarmate we daalden werd dat duidelijker. Het pad loopt dood op de parking van een kerkhof, vlak aan de flat waar Albrecht woont. De eerste keer voor hem om de weg naar huis af te dalen ipv te beklimmen! (Lilian)

Geen opmerkingen: