zondag 13 juli 2008

Vaderlandse geschiedenis


Gisteren het Yasukuni Shrine bezocht in Tokyo. Dit is niet het grootste noch het mooiste shrine maar een sterk symboolgeladen plaats. De lijst van oorlogshelden die er vermeld zijn vormen voor de slachtoffers van de Japanse oorlogsagressie een zeer gevoelig en controversieel onderwerp. Als de eerste minister in Japan een bezoek brengt aan het shrine dan komen er China en Taiwan tienduizenden mensen op straat op te protesteren. De lijst geschrinde oorlogshelden bevat meer dan 1000 namen van militairen die veroordeeld zijn voor misdaden tegen de menselijkheid. Maar het museum dat er bij hoort is pas echt interessant. Het toont op een ongeneerde wijze de geschiedenis van het Japanse imperialisme. De uitleg is tweetalig Japans en Engels en bij elke zaal hoort er een afdeling met paraphenelia van betrokkenen. Sommige zalen benaderen griezelig dicht de fascinatie die we bij ons kennen van ex-nazis met hun kostuums, petten, messen, etc. De geschiedenis van het Japanse imperialisme situteert zich in de periode van de Meiji restoration van 1868 tot het einde van WWII in 1945. Toen Matthew Perry van de US Navy in de 1850’s de toegang tot Japan afdwong werd het voor het Tokugawa regime pijnlijk duidelijk dat ze zonder marine en zonder versterkte havens weinig weerwerk konden bieden tegen buitenlandse zeemachten. In 1853 vroegen ze aan de Nederlanders om een fregat te kopen. Dit was het begin van een snelle groei in militarisatie en industrialisatie van Japan. Na enkele decennia waren ze reeds in staat om de buurlanden aan te vallen. Deze acties worden in het museum zeer eufemistisch omschreven als ‘incident’, ‘expedition’ of ‘campaign’. De ‘Taiwan expedition’ van 1874 was een belangrijke stap voor de latere invasie in 1895. De Japanners hebben lelijk thuis gehouden in Taiwan, China en tijdens WWII in Birma, Thailand en Indonesia. Het ‘Manchuria incident” wat geleid heeft tot een Japanse invasie in China toonde aan dat Japan bij het begin van de twintigste eeuw een belangrijke militaire macht was geworden in Azie. Het relatieve gemak waarmee ze China overrompelden was volgens de uitleg “de reden waarom de imperialistische machten Groot Brittanie en de USA hun macht lieten gelden in China”.
Al deze gruwelijke acties met georganiseerde verkrachtingen, moorden en brandstichting worden in het museum omschreven als incidenten die op een of andere manier noodzakelijk waren. Nergens worden de talrijke slachtoffers van die aanvallen vermeld. In 1937 hebben ze in Nanking op enkele weken 300.000 Chinesen uitgemoord. Niet alleen deze tentoonstelling zwijgt daarover maar ook de Japanse schoolboeken. Ik liep daar rond tussen hoofdzakelijk Japanners en vroeg me af hoeveel zij afweten van hun echte geschiedenis.
Ik was natuurlijk benieuwd hoe ze hun betrokkenheid in WWII zouden voorstellen. De zalen die deze geschiedenis behandelde begonnen met het verhaal dat Duitsland na de vernederde behandeling na WWI eigenlijk geen andere keuze hadden dan een nieuwe oorlog te beginnen. Echt verontrustend was de motivatie voor de betrokkenheid van Japan. Het begon met een economische uitleg over de Japanse afhankelijkheid van olie in de jaren 1930, vergezeld met de nodige grafieken om deze valse interpretatie een zweem van wetenschappelijkheid te geven. De voorbereiding van de aanval op Pearl Harbour werd uitvoerig besproken en voorgesteld als de enige mogelijke uitweg. De parallelen met de Amerikaanse motivatie om Irak binnen te vallen liggen voor de hand. Het verontrustende is dat de aangehaalde motieven vandaag de dag nog in grotere mate geldig zijn. De uiteindelijke nederlaag van Japan werd duidelijk getoond met enig zelfbeklag over de vele burgelijke slachtoffers van de twee atoomaanvallen. De vele slachtoffers van de Japanse agressie in China, Taiwan en Indochina worden doodgezwegen. Ik werd een beetje misselijk van de laatste poster van de tentoonstelling. Deze handelde over de na-oorlogse onafhankelijkheidsbewegingen in Azie met de foto van Ghandi op de voorgrond. Hun positieve noot was dat Japan (lees Japans nationalisme) een inspiratie is geweest voor de onafhankheidsstrijd van vele volkeren in Azie tot op vandaag.

Geen opmerkingen: