woensdag 23 maart 2011

Over goede en slechte dingen

Vijf dingen die fantastisch goed zijn in Sydney


1. BYO: Bring you own (wine or beer). Een fantastisch concept dat helaas nauwelijks bestaat in Europa. De meeste restaurants hebben nemen geen (dure) licentie om alcohol te verkopen bij het eten en laten hun gasten toe om wijn (en soms ook bier) mee te brengen bij een diner. Sommige restaurants vragen een bescheiden corkage fee maar vooral de Aziatische restaurants vragen niets en leveren met plezier een ijsemmer en glazen. Ondanks de relatief hoge prijzen voor wijn in Australië (daarover later meer), is dit een bijzonder aangenaam privilege. Krijg je de fles niet op, onwaarschijnlijk maar niet onmogelijk, dan neem je ze gewoon mee naar huis.

2. Gras. Niet om te roken maar om op te lopen. Ik heb te veel slechte ervaringen in China en Thailand om het voorrecht te kunnen appreciëren dat je in Australië zonder enige schaamte of schuldgevoel overal over het gras mag lopen. De mogelijkheid om dwars door een park te lopen verandert drastisch het concept van een park en zelfs van een stad.

3. Bus. Het mag gezegd zijn, het bussysteem in Sydney functioneert uitstekend. Het aanbod en de bereikbaarheid is enorm, de frequentie is uitstekend, de dienstverlening is goed en de prijs is zeer goed. Een basis 10-rittenkaart kost $16 (12 EUR). Daarmee mag je twee sectoren op de bus. Alleen weet niemand wat die sectoren zijn en is er geen enkele controle op de bus. De kaarten voor 3-5 en 6-8 sectoren zijn dus minder populair. Ook zag ik schoolkinderen die er geen probleem van maakten om de buschauffeur uit te dagen door niet af te tikken in de automaat. Who cares? Leve het openbaar vervoer.

4. Vriendelijk. Sommige clichés zijn waar: Australiërs zijn zowat de vriendelijkste mensen op deze planeet. Voor een buitenlander lijkt het een beetje zoals Crocadile Dundee die in New York City rondloopt en iedereen groet en aanspreekt. Zelfs ik word regelmatig aangesproken. Mensen die de bus opstappen zeggen de chauffeur goedendag en bedanken hem als ze uitstappen. Ik hou van beleefde mensen, zelfs Australiërs.

5. Sydney. De belangrijkste attractie in Sydney is de stad zelf. Zoek het niet te ver. Dit is een stad om te verkennen zonder doel, plan of goede bedoelingen. Geniet van elk park, elk strand, elk art deco gebouw, elke strook water. Voor ieders smaak of voorkeur is er in Sydney wel een hoogtepunt. Ik hou van de parken, de kerkhoven, de beaches en de ruwe plekken ertussen.

Vijf dingen die ik haat in Sydney

1. Bier. Voor een Belg is niet alleen de kwaliteit van het bier hier een belediging voor de goede smaak en zeden, maar vooral de prijs. Een gewone pint (350 ml) verkocht onder het eufemisme ‘scooner’ wordt hier onbeschaamd te koop aangeboden in zogenaamde public houses aan niet minder dan $6.50 (bijna 5 EUR). Occasioneel kan je tussen 4 en 6 s’namiddags een pint kopen aan $3.50 wat enigszins de pijn verzacht maar toch nog steeds de prijs is – maar verre van de kwaliteit – van een Duvel. Het meeste bier is kattepis maar sommige brouwerijen doen een poging om ook stout of white te verkopen. Voor die eerste categorie verklaar ik mij onkundig en in die tweede hebben ze gefaald. De enige brouwerij die het label ‘verdienstelijk’ krijgt is Coopers. Toevallig een bier dat niet in aanmerking komt voor een gereduceerde prijs in de late namiddag.

2. Verkeerslichten. Ik weet niet precies waar het aan ligt, maar de verkeerslichten zijn hier een geweldige pain in the arse. Ik ervaar dat vooral als voetganger maar automobilisten klagen al even erg. Er is een gebrek aan timing, synchronisatie, ergonomie en organisatie. De wachttijd is irritant. Hoeveel keren heb ik niet staan wachten voor een rood voetgangerslicht terwijl het perfect veilig is om over te steken. Het is nodig om steeds jouw agressie uit te werken op een schakelaar alvorens je ook maar in aanmerking komt om over te steken. Neen, bij ons werkt dat dan toch beter.

3. Prijs. Sydney is een dure stad en Australië een duur land. Deel van het probleem is de positie van de Australische dollar. Die is enorm geapprecieerd in de voorbije jaren en tegenwoordig meer waard dan de Amerikaanse dollar. Maar het probleem zit dieper. De prijzen van real estate zijn veel te hoog voor de kwaliteit en de structuur van de gebouwen. Maar de vraag is groter dan het aanbod. Een eenvoudige rijwoning in een buitenwijk haalt makkelijk $600,000. Een nieuwe woning dicht tegen een strand loopt in de miljoenen. Maar helaas ook een brood, een fles melk of een potje yoghurt kost twee tot drie maal meer dan bij ons. Ik zie studenten in de universiteit aanschuiven in lange rijen voor een fles water van $3, een koffie aan $3.50 of junk food aan $12. In België krijgen studenten tenminste een warme maaltijd voor een habbekrats.


4. Geld. Ik heb geen problemen met geld op zich maar Australisch geld is gewoon vervelend. De briefjes zien er uit als speelgoedgeld en de munten als de schat van Ali Baba. De munten zijn te groot en ze wegen te veel. Twee tot drie stukken van 50 cent in jouw broekzak veroorzaken irritatie aan de ballen. Bovendien missen ze elke logica. De stukken van twee dollar zijn het kleinst, gevolgd door één dollar, twintig cent en vijftig cent. Een stuk van tien cent past tussen één en twee dollar.

5. Visie. Van een land met die oppervlakte en die hoeveelheid aan natuurlijke bronnen mag je toch iets verwachten. De opportuniteiten voor hernieuwbare energiewinning zijn enorm. Er is zon, er is zee, er is wind, er is water, enz. Maar ik zie geen enkele windmolen en slechts sporadisch zonnecellen of zonneboilers. Australië is een wereldproducent en grote gebruiker van steenkool . De tax op benzine is zeer laag. De labourregering is sterk afgestraft omdat ze een C02 taks hebben ingevoerd. Wat een gemiste kans!

Geen opmerkingen: